Nieuws
Tweede Kamer neemt aangepaste Woningwet aan
10 maart 2021
Woningcorporaties krijgen voortaan meer mogelijkheden voor het verduurzamen van hun woningen en het verbeteren van de leefbaarheid. Ook wordt de markttoets voor drie jaar opgeschort. Daarmee wordt het voor corporaties makkelijker om huurwoningen voor het middensegment (750-1000 euro) te bouwen. Dat staat in de wijziging van de Woningwet die is aangenomen door de Tweede Kamer.
note:
Huurdersraad vindt dit het
hoge_segment
Minister Kajsa Ollongren:
“Corporaties krijgen meer ruimte om mensen met een laag
inkomen zo goed mogelijk te blijven huisvesten. En ze
krijgen een prominentere rol in de wijk doordat ze
activiteiten in buurthuizen kunnen organiseren. Bewoners
komen zo meer met elkaar in contact, en dat is belangrijk om
eenzaamheid onder bijvoorbeeld ouderen tegen te gaan.”
Verduurzaming
De
mogelijkheden van corporaties voor verduurzaming van hun
bezit worden gelijkgetrokken met die van andere
vastgoedeigenaren. De oude Woningwet bood corporaties niet
voldoende ruimte om die taak goed op te pakken. De
aangepaste wet verduidelijkt dat het verduurzamen van hun
woningen onderdeel is van de taak van corporaties. Zij
kunnen voortaan op of aan hun bezit dezelfde investeringen
doen als andere vastgoedeigenaren. Hiermee leveren de
corporaties een belangrijke bijdrage aan de klimaatdoelen,
verlaging van de energierekening, en het verbeteren van de
woonkwaliteit en het woongenot van hun huurders.
Praktisch gezien wordt het plaatsen
van bijvoorbeeld zonnepanelen op daken van complexen
makkelijker. Dit kan door te regelen dat opgewekte energie
niet via de meterkast ten goede moet komen aan huurders,
maar ook aan het net mag worden geleverd om de opbrengst
vervolgens met de huurders te verrekenen. Ook maken de
wijzigingen het mogelijk voor corporaties om bij het
verduurzamen van hun eigen bezit ook direct betrokken
particuliere eigenaren te ontzorgen. Corporaties mogen
daarom bij verduurzamingsprojecten bij rijtjeswoningen en
gemengde complexen ook voor particuliere eigenaren de
overheadkosten dragen, zoals de gemeenschappelijke
vergunningaanvraag.
De Woningwet 2015 leidde er toe dat
corporaties zich meer gericht hebben op hun belangrijkste
opgave: het huisvesten van mensen die dit het meest nodig
hebben. De wetswijziging was nodig omdat de werkzaamheden
van de corporaties soms te sterk waren gereguleerd. De
aangepaste Woningwet moet corporaties beter in staat te
stellen hun rol op de woningmarkt goed te vervullen.
Leefbaarheid
Op het gebied van leefbaarheid
vervalt het maximum op leefbaarheidsuitgaven en corporaties
mogen weer activiteiten gericht op ontmoeting ondersteunen.
Ook worden belemmeringen weggenomen voor investeringen in
maatschappelijk vastgoed zoals een buurtcentrum of een
dagbestedingsruimte voor zorgbehoevenden. Dit kan
bijvoorbeeld door het vervallen van de eis van een fysieke
verbinding van bepaalde zorgruimten met overig vastgoed.
Lokaal
maatwerk
Bij het maken van prestatieafspraken
krijgen corporaties, gemeenten en huurders meer
vrijheid om het proces in te richten op een wijze die het
best bij de lokale context past. Daarbij kunnen andere
partijen betrokken worden, waaronder onderwijsinstellingen
en zorgaanbieders. Het wordt verder mogelijk om onder
voorwaarden te experimenteren, met als doel om
proefondervindelijk tot betere regelgeving op wetsniveau te
komen. Hierdoor kan beter ingespeeld worden op toekomstige
ontwikkelingen die nu nog niet voorzien worden.