De Energie Kosten Factor
31 augustus 2018
Deplaatst in Algemeen, Energie - Infra door Arjan Muil, MCM In Motion
Bij beslissingen over duurzame energie initiatieven zijn economische motieven veelal doorslaggevend, en voor de besluitvorming wordt in de regel een terugverdientijd-methode toegepast. In berekeningen van de terugverdien tijd wordt echter weinig of geen rekening gehouden met andere dan financiële drijfveren om duurzame energie toe te passen.
Voor veel particulieren geldt dat het bijdragen aan een duurzame wereld belangrijk wordt gevonden, maar ook wordt een behoefte gevoeld om onafhankelijker te worden van traditionele (veelal fossiel georiënteerde) energie bedrijven. In de berekeningen van terugverdientijd komt dit niet, of niet voldoende terug.
Ook bedrijven vinden duurzaamheid vaak belangrijk. Als onderdeel van een MVO beleid bijvoorbeeld, maar in toenemende mate ook omdat klanten er specifiek naar vragen. Bij aanbestedingen wordt ook steeds vaker duurzaamheid meegewogen bij de gunning.
De gebruik van een terugverdientijd-methode is naar mijn mening
onvoldoende geschikt om verstandige beslissingen te nemen over
investeringen in duurzame energie. Bij het bepalen van de
terugverdientijd van een duurzame energie investering wordt namelijk
uitgerekend hoe lang het duurt voordat de investering is terugverdiend
ten opzichte van een traditionele energie optie.
Met een ruwe formule TVT =
investering / jaarlijkse besparing.
Hiermee wordt de suggestie gewekt dat het alleen verantwoord is om te investeren in duurzame energie, als er een substantiële besparing tegenover staat. Maar wat nu als we een duurzame energie optie vinden die precies even duur is dan een traditionele energie optie. Daar is toch niks mis mee zou je zeggen. Als er twee opties zijn die even duur zijn, dan kies je toch uiteraard voor de duurzame optie? Maar volgens de berekeningen wordt de terugverdientijd zelfs oneindig als de besparing nul is. Dat is natuurlijk een onlogische en ongewenste uitkomst.
Daarom stel ik voor om een andere benadering te kiezen en deze methode
verder uit te werken.
Met een Energie
Kosten Factor wordt een berekening gemaakt van de
kosten van de duurzame energie optie, in relatie tot een traditionele
optie.
EKF = jaarlijkse kosten van de duurzame optie / jaarlijkse kosten van de traditionele optie
In het geval dat beide even duur zijn is de uitkomst: EKF =
1.
Stel dat een duurzame optie 10% duurder is dan een traditionele
optie, dan is de uitkomst EKF =
1,1. Het is aan de particulier of de ondernemer om te kiezen
hoeveel het waard is om over te schakelen naar deze duurzame energie, in
plaats van het dogma dat het goedkoper moet. Dat sluit natuurlijk niet
uit dat er vele projecten zijn waarbij er ook een leuke financiële
besparing is, en de EKF dus
kleiner is dan 1.
Samenvattend:
EKF = 1 wordt de norm, duurzame energie kost even veel als traditionele energie
EKF > 1, de beslisser bepaalt zelf hoeveel hij extra over heeft voor duurzame energie
EKF < 1, de duurzame energie optie is zelfs goedkoper dan traditionele, waar wachten we nog op?